Al sinds de oprichting van A la Kart is Kartbaan Oldenzaal onze thuisbasis. In die jaren is er echter een hoop veranderd op en rond de baan. De Vrooaa commissie ging opzoek naar de geschiedenis van Kartbaan Oldenzaal en sprak met eigenaar Peter Bult.
In 1962 werd Kartbaan Oldenzaal opgericht. Daarmee is het een van de oudste kartbanen in Nederland. Wie denkt dat toentertijd gelijk het huidige complex uit de grond gestampt werd heeft het mis, want pas in 1983 is het hele horeca gebouw en woonhuis gebouwd. Tot die tijd woonde Peters ouders (in 1967 werden de ouders van de huidige eigenaar, Peter Bult, eigenaar van de baan) in een stacaravan en was er voor de gasten enkel een kleine keet en toilet. Ook de baan kende nog een andere lay-out met een chicane tussen de Bocht zonder naam en de Regenboog! Vangrails stonden er nog amper en van grindtegels naast de baan had toen nog niemand gehoord.
Een van de hoogtepunten in de geschiedenis van de kartbaan was het wereldkampioenschap karten in 1973, toen Alain Prost zich in Oldenzaal kroonde tot wereldkampioen! In die tijd ging het er allemaal nog wat anders aan toe dan nu. De deelnemers kwamen nog met de kart op de imperiaal naar de baan. Ook was het een stuk drukker het in de pits en zelfs op straat helemaal vol. Er werd zelfs iedere twee weken geracet!
Helaas kwam op een gegeven moment de woonwijk dichterbij en, ook omdat er toen nog gereden werd met enkel tweetakt motoren, werd er heel veel geklaagd over het geluidsoverlast. Op een gegeven moment werden daarom de tweetakt daarom verboden en dat betekende dus ook een stuk minder privé rijders.
De ouders van Peter, die toen nog de eigenaar van de baan waren, lieten het er echter niet zomaar bij zitten. Als een soort experiment monteerde Peters vader een viertakt (huurkart) blok op een raceframe. Ondanks dat iedereen hem eerst uitlachte met die koffie molens, gingen later steeds meer mensen het proberen en werd de viertakt racekart steeds populairder. Op dezelfde manier was Peters vader ook een van de eerste met een viertakt schakelkart. Toen er uiteindelijk genoeg mensen waren die met viertakt motoren reden, werd er een speciale race klasse en club opgericht voor de viertakt racekarts. Nog steeds wordt er op Kartbaan Oldenzaal, als een van de enigste kartbanen, enkel met viertakt gereden.
In dezelfde periode, we spreken over begin jaren 90, werd ook het karten als groepsactiviteit, met bijvoorbeeld eten en karten steeds populairder. In die tijd waren er ook veel minder alternatieven in de regio en zo’n complete activiteit was daarom ook ongekend. Op een gegeven moment kwamen er iedere zondag avond alleen al 4 tot 5 groepen. Groepen van wel 100 man waren niet vreemd. Toen midden jaren 90 door Jos Verstappen ook het privé rijden weer op kwam, was het echt hard doorwerken voor de familie Bult, maar dit waren dan wel de echte toptijden voor de kartbaan.
In 1997 overleed plotseling Peters vader, na 30 jaar de baas van de kartbaan te zijn geweest. Peter en zijn moeder moesten toen de schouder flink eronder zetten, maar zijn ze doorgegaan met de kartbaan. In die tijd hebben ze ook besloten de baan te moderniseren en tot op heden wordt er ieder jaar wel iets aangepast/vernieuwd. De grootste verandering vond plaats 2001. Na 19 jaar werd al het asfalt vervangen. Omdat er in de eerder genoemde chicane tussen de Bocht zonder Naam en de Regenboog veel schade werd gereden, werd deze weggehaald en kreeg de baan haar huidige lay-out. In de jaren daarna zijn er bijvoorbeeld meer vangrails geplaatst en kwamen er rondom de bochten grindtegels, zodat er bij een foutje niet gelijk schade wordt gereden en er minder zand op de baan komt. Ook nu worden er nog aanpassingen en verbeteringen aangebracht. Zo zijn afgelopen winter bijvoorbeeld de grindtegels in de G-spot en de Introbocht glad gemaakt en in de zomer is er nieuwe belijning op (en naast) de baan aangebracht.
Als laatste nog een eervolle vermelding voor A la Kart, die de allereerste race in tegengestelde richting hebben gereden. Vragend aan Peter of hij ons daarmee ook vertrouwde is het antwoord: “Nee… maar daarna wist ik wel dat het veilig was!”